Naam kengetal | Werkelijk | Begroting | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Structurele exploitatieruimte | -6,0 | 3,9 | 0,8 | 1,6 | -0,3 | -0,2 | 0,2 |
Toelichting kengetal | |||||||
Deze indicator helpt mee om te beoordelen welke structurele ruimte wij hebben om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit percentage negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Hiervoor scoort onze gemeente een voldoende. Dit houdt in dat er in 2021 ruimte is om mogelijke (structurele) tegenvallers op te vangen of voor incidenteel nieuw beleid. Meerjarig is die ruimte er niet. | |||||||
Solvabiliteitsratio | 28,0 | 34,0 | 25,0 | 30,0 | 29,0 | 32,0 | 35,0 |
Toelichting kengetal | |||||||
Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin wij in staat zijn om op de lange termijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft de verhouding tussen het eigen vermogen (het totaal van de algemene reserve en de bestemmingsreserves) en de totale balansomvang weer. Hoe hoger dit percentage, hoe gunstiger dit is voor onze financiële weerbaarheid. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Dit is het geval en hiervoor scoort de Gemeente Buren een voldoende. Hoe hoger dit percentage is, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. Het Gelderse gemiddelde solvabiliteitsratio was in 2019 34%. | |||||||
Belastingcapaciteit (lokale lasten) | 98,0 | 103,0 | 103,0 | 101,0 | 101,0 | 101,0 | 101,0 |
Toelichting kengetal | |||||||
Deze indicator geeft inzicht in de hoogte van de woonlasten. Ze kan zo vergeleken worden met eerdere jaren en andere gemeenten. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Hiervoor scoort de gemeente Buren gemiddeld ten opzichte van de landelijke en Gelderse gemiddelde lokale lasten. Als dit percentage laag ligt (<98%), betekent het meestal dat de gemeente meer inkomsten uit belastingen kan verwerven. Als dit percentage hoog ligt, hoeft dat nog niet te betekenen dat de gemeente geen extra inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De hogere woonlasten kunnen immers ook veroorzaakt zijn door een hogere gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Gemeente Buren heeft ten opzichte van het landelijk gemiddelde een hogere gemiddelde WOZ-waarde waardoor we meer inkomsten uit belastingen kunnen verwerven dan tot uitdrukking komt in dit kengetal. | |||||||
Grondexploitatie | 8,0 | 15,0 | 7,0 | 17,0 | 16,0 | 9,0 | 3,0 |
Toelichting kengetal | |||||||
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten van de gemeente. In het algemeen geldt: hoe lager dit percentage hoe beter. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Hiervoor scoort de Gemeente Buren goed. Een kengetal < 20% wordt in het algemeen gezien als het minst risicovol. De risico's zijn in de afgelopen steeds kleiner geworden en worden ook in komende jaren steeds kleiner. Bij de beoordeling van schulden die zijn aangegaan voor grondexploitaties is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Er is een directe relatie met de kengetallen netto schuldquote en solvabiliteit. De Gelderse gemeenten scoren hiervoor gemiddeld 16% in 2019. | |||||||
Netto schuldquote | 16,0 | 28,0 | 23,0 | 27,0 | 28,0 | 21,0 | 15,0 |
Toelichting kengetal | |||||||
Deze indicator weerspiegelt het niveau van onze schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. De nettoschuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Op het gebied van de netto schulquote scoort onze gemeente goed. Hoe lager dit percentage hoe beter. Onze schulden zijn de afgelopen jaren gestaag lager geworden en de verwachting is dat de schulden in de komende jaren wat hoger worden door nieuwe investeringen. De gemiddelde Gelderse score hiervoor is 64% in 2019. | |||||||
Netto schuldquote gecorrigeerd | 16,0 | 27,0 | 23,0 | 27,0 | 28,0 | 21,0 | 15,0 |
Toelichting kengetal | |||||||
Deze indicator weerspiegelt het niveau van onze schuldenlast gecorrigeerd met alle verstrekte leningen ten opzichte van de eigen middelen. De nettoschuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. | |||||||
Toelichting ontwikkelingen | |||||||
Hiervoor scoort de gemeente Buren goed. Hoe lager dit percentage hoe beter. Onze schulden zijn de afgelopen jaren gestaag lager geworden. De verwachting is dat de schulden in de komende jaren wat hoger worden door nieuwe investeringen. De gemiddelde Gelderse score voor de gecorrigeerde netto schuldquote is 54% in 2019. | |||||||
Eindconclusie
Een deugdelijke en transparante begroting is in het belang van een goede controle door u op de financiële positie van onze gemeente. Financiële kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting en de balans. Ze helpen bij de beoordeling van de financiële positie. In dit onderdeel van de begroting is per kengetal de uitkomst weergegeven.
Het is niet wenselijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld geven van de financiële positie. Centraal in de beoordeling staan naar het oordeel van het college het exploitatiesaldo (regulier en structureel) en het weerstandsvermogen. De andere kengetallen geven zinvolle bijkomende inzichten.
De eindconclusie is dat de financiële positie en de weerbaarheid zich solide ontwikkelen. De begroting 2021 is in evenwicht, waarbij de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Er is voldoende weerstandsvermogen. De solvabiliteit stijgt iets en is voldoende. De netto-schuldpositie daalt en is goed te noemen. We voldoen aan de wettelijke financieringsvoorschriften (i.c. de kasgeldlimiet en de renterisiconorm) en het risico met betrekking tot de grondexploitaties is steeds geringer. Wel moet worden geconstateerd dat in 2021 de kapitaallasten stijgen en dat de EMU-tekorten in de periode 2020-2021 vooralsnog aan de hoge kant zijn.
In de begroting 2021 nemen we de keuzes mee voor wat betreft de reëel verwachte inkomsten en de uitgaven op basis van het coalitie-akkoord. Het beeld is dan dat er voldoende structurele exploitatieruimte is in deze begroting. Meerjarig is die structurele exploitatieruimte er echter niet. In de komende periode moeten we daarom keuzes maken. Enerzijds kunnen we dat doen door onze structurele inkomsten te verhogen, bijvoorbeeld de ozb en anderzijds door de structurele uitgaven te verlagen. Daarnaast geven de gemeenten aan dat de bijdrage vanuit het Gemeentefonds structureel te laag is, zeker gezien de strategische opgaven waar we als gemeente voor staan in de komende jaren.
Voor meer informatie verwijzen we naar de onderdelen van deze begroting waarin de afzonderlijke financiële kengetallen nader worden toegelicht.
U vindt hier een nadere technische toelichting op bovenstaande kengetallen.