BEGROTING 2021

Home

Financiële begroting

Algemeen

De autorisatie van de budgetten gebeurt bij de vaststelling van deze begroting en eventueel door u later vastgestelde wijzigingen op de begroting. U autoriseert op het niveau van de in de programma's opgenomen budgetten voor het begrotingsjaar en stelt de budgetten voor de volgende jaarschijven voorlopig vast. De volgende jaarschijven autoriseert u bij de betreffende begrotingsbehandeling in de komende jaren.

Op basis van deze autorisatie zijn wij gemachtigd binnen de gestelde kaders uitgaven te doen en inkomsten te genereren. Dit geldt ook voor de investeringsbudgetten uit de jaarschijf 2021 die wij in het meerjareninvesteringsplan presenteren. Uitzondering hierbij zijn die investeringsbudgetten (kredieten) waarbij u besluit de betreffende investering via een separaat raadsvoorstel te willen behandelen.

Beleid autorisatie en soorten budgetten
In de verordening artikel 212 Gemeentewet heeft u in de vergadering van november 2020 hierover het volgende bepaald:

Artikel 6. Autorisatie
De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma. De baten en lasten bestaan uit verschillende soorten budgetten:

    1. Exploitatiebudgetten

  Dit zijn de reguliere budgetten die incidenteel of structureel in de begroting zijn opgenomen.

    1. Autorisatie door de raad vindt plaats op het niveau van programma’s;
    2. Het college is bevoegd uitvoering te geven aan het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma met behulp van de daarbij opgenomen middelen;
    3. Het college is bevoegd om de wijze van besteding van de budgetten binnen een programma aan te passen als dit noodzakelijk is voor het bereiken van de door de raad vastgestelde doelstellingen van het betreffende programma;
    4. Voor het schuiven met budgetten tussen verschillende programma’s vraagt het college vooraf goedkeuring aan de raad door middel van het voorleggen van een raadsvoorstel met begrotingswijziging. Uitzonderingen hierop gelden voor de zogenaamde stelposten die op begrotingsbasis nog niet over de programma’s verdeeld kunnen worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de stelpost ‘Inhuur derden’.
    1. Investeringen

Deze budgetten worden ook wel kredieten genoemd. Een investeringsbudget is een afzonderlijk   door de raad beschikbaar gesteld geldbedrag voor het uitvoeren van investeringen of projecten. Het nut van deze investeringen strekt zich over meerdere jaren uit.

    1. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan voor welke investeringen een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet ingediend moet worden. De overige investeringen worden met het vaststellen van de begroting geautoriseerd;
    2. Indien een investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, dan legt het college voor het aangaan van de verplichting een voorstel aan de raad voor;
    3. Indien bij een kredietaanvraag blijkt dat het noodzakelijke bedrag minimaal 10% hoger is dan het geautoriseerde krediet, dan vraagt het college de raad om autorisatie;
    4. Een investeringskrediet is beschikbaar voor een periode van twee jaar, bij een noodzakelijke verlenging van de beschikbaarheid van het krediet doet het college een voorstel aan de raad;
    5. Het college rapporteert bij de jaarstukken over de stand van zaken en doet indien van toepassing een voorstel voor het afsluiten van restantbudgetten.
    1. Reserves

Reserves worden door de raad ingesteld voor het doen of dekken van specifieke uitgaven. Er vinden geen werkelijke betalingen of ontvangsten plaats ten laste of ten gunste van reserves. De reserves dienen alleen ter dekking van uitgaven.

    1. In het kader van het budgetrecht is de raad bevoegd reserves in te stellen en toevoegingen en onttrekkingen te autoriseren. De in de begroting bij het onderdeel reserves opgenomen mutaties gelden in dit verband als vast te stellen kader;
    2. Voor noodzakelijke wijzigingen in de toevoegingen of onttrekkingen aan een reserve doet het college een apart voorstel aan de raad.
    1. Voorzieningen

De voorzieningen worden door de raad ingesteld voor het doen of dekken van specifieke ‘verplichte’ uitgaven en kwantificeerbare risico’s. Bijvoorbeeld op basis van een door de raad vastgesteld beheerplan.

    1. De raad stelt een voorziening in op basis van een onderhoudsplan. Bij de instelling van de voorziening bepaalt de raad de hoogte van de jaarlijkse dotatie;
    2. De werkelijke bestedingen ten laste van de voorziening vinden plaats op basis van het vastgestelde onderhoudsplan. Deze bestedingen vallen binnen het mandaat van het college.

Autonome ontwikkelingen, bestaand beleid en nieuw beleid

In de begroting maken we onderscheid in drie ontwikkelingen: autonome ontwikkelingen, bestaand beleid en nieuw beleid. We lichten deze ontwikkelingen hierna toe:
Autonome ontwikkelingen zijn financiële effecten van eerder door u genomen besluiten, verplichte aanpassingen van budgetten door maatregelen van het Rijk of de provincie en dergelijke. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de financiële verwerking van de besluitvorming rondom de gemeenschappelijke regelingen in juni, de actualisatie van de algemene uitkering en de verwerking van de CAO voor onze medewerkers. De aanpassing kunnen we niet beïnvloeden, maar de hoogte ervan in sommige gevallen wel.

Bestaand beleid heeft betrekking op aanpassing van al beschikbare budgetten. We gaan bepaalde taken anders (meer/intensivering of minder/heroverweging) doen of het budget om de taken op dezelfde wijze uit te voeren moeten we op basis van ervaringscijfers of nieuwe ontwikkelingen aanpassen. De aanpassing van deze budgetten kunnen we beïnvloeden. Soms zal het effect echter pas na verloop van tijd zichtbaar worden. De aanpassing van taken of contracten kunnen we niet altijd direct in het eerste of tweede jaar financieel vertalen in onze begroting.

Bij nieuw beleid gaat het om middelen voor zaken die we nog niet doen, maar waarvan wij vinden dat we die moeten gaan doen om onze doelstellingen te behalen. Hierbij hebben we de keuze om het wel of niet te doen (wenselijk en noodzakelijk), behalve bij wettelijke verplichtingen. Voor deze voorstellen kunt u een keuze maken.

Exploitatiebudgetten

U autoriseert ons op het niveau van programma’s. Wij zijn daarmee bevoegd uitvoering te geven aan het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma met inzet van de daarbij opgenomen middelen. Voorwaarde daarbij is dat wij bij de besteding van de budgetten voor bestaand beleid binnen de grenzen van het totale budget van het programma blijven. Binnen deze grenzen zijn wij bevoegd om de wijze van besteding van de budgetten aan te passen als dit noodzakelijk is voor het bereiken van de door u vastgestelde doelstellingen van het betreffende programma. Hiervoor hoeven wij u, ingevolge de voorschriften, geen begrotingswijziging voor te leggen.
Bij het schuiven met budgetten tussen verschillende programma’s, moeten wij uw goedkeuring vragen door middel van het voorleggen van een raadsvoorstel met begrotingswijziging.
Bij tussentijdse voortgangsrapportages en de jaarstukken leggen wij aan u verantwoording af over de uitvoering, de besteding van de middelen, de bereikte resultaten van het betreffende programma en de realisatie van de doelstellingen.

Investeringskredieten

Bij de programmabegroting vermelden wij per programma naast de exploitatiebudgetten ook de investeringskredieten uit het meerjareninvesteringsplan die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma. Zoals gezegd autoriseert u ons op het niveau van de programma’s en zijn wij daarmee bevoegd uitvoering te geven aan de realisatie van de doelstellingen van het betreffende programma. Wij zijn dus bevoegd om ook uitvoering te geven aan de investeringskredieten. Hiertoe ramen wij een investeringskrediet, inclusief bijbehorende dekking en eventueel in te stellen dekkingsreserves, de jaarlijkse kosten van rente en afschrijving en exploitatiekosten.
Indien bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag noodzakelijkerwijs hoger (10% of meer) is dan het in het meerjareninvesteringsplan opgenomen bedrag zullen wij u hiervoor vooraf om autorisatie vragen. Hierbij zullen wij tevens de daarbij behorende dekkingsmiddelen aangeven. Wij zullen u dan ook een begrotingswijziging voorleggen. Na uw goedkeuring, met de bijbehorende begrotingswijziging, is het krediet beschikbaar gesteld. Uiteraard leggen wij ook over de uitvoering van de investeringskredieten, zowel inhoudelijk als financieel, tussentijds (indien er sprake is van noodzakelijke aanpassingen) en bij de jaarstukken verantwoording aan u af.

Reserves en voorzieningen

Bij de programmabegroting presenteren wij per programma ook de betreffende reserves en voorzieningen. Voor mutaties in reserves zijn wij verplicht u om autorisatie te vragen. In het kader van het budgetrecht bent u bevoegd reserves in te stellen en toevoegingen en onttrekkingen te autoriseren. De bij het onderdeel reserves opgenomen mutaties gelden in dit verband als vast te stellen kader. Voor noodzakelijke wijzigingen hierin komen wij met een apart voorstel bij u terug.
Voor voorzieningen geldt een ander regime. U stelt een voorziening in op basis van bijvoorbeeld een onderhoudsplan. Bij de instelling van de voorziening bepaalt u de hoogte van de jaarlijkse dotatie. De werkelijke bestedingen ten laste van de voorziening vinden plaats op basis van het vastgestelde onderhoudsplan. Deze bestedingen vallen binnen ons mandaat.

Deze pagina is gebouwd op 10/13/2020 15:29:16 met de export van 10/13/2020 14:31:17